Het zonnetjes schijnt, de vogeltjes zingen in het veld. Het is lekker weer. Mevrouw Mondriaan en mevrouw Escher zijn van plan om samen te gaan fietsen.
Mondriaan arriveert bij het huis van Escher en ze belt aan. Mevrouw Escher opent de deur. Zij zier er heel blij uit.
> Mondriaan: Ha, Annelies. Ben je klaar om te gaan? Heb je je boterhammen en fruit bij je? En vergeet ook niet je zonnecrème!
>Escher: Wat leuk om je te zien, Adèle. Ja, ik ben helemaal klaar. Ik heb ook nog wat koekjes voor ons gebakken. Die kunnen eten als we op een bankje uitrusten in de zon. Ik heb geen zonnecreme maar een zonnehoed, dat is toch ook goed?
> Mondriaan: Natuurlijk, je moet je goed beschermen tegen de zon, hoor. En wat lekker, zelfgebakken koekjes. Dank je wel Annelies.
De beide dames stappen op hun fiets en gaan op weg. Ze fietsen door het bos en komen bij een veld met schapen en lammetjes. Mevrouw Escher houdt veel van dieren en ze vraagt aan Mevrouw Mondriaan om even te stoppen en samen naar de lammetjes te kijken.
> Escher: Adèle, kijk toch eens. Wat schattig die kleine lammetjes. Even kijken of ik nog een beetje fruit voor ze heb.
> Mondriaan: Ja, heel schattig. Vroeger zong ik altijd een liedje met de kinderen als we lammetjes zagen.
> Escher: Ach, dat is leuk. Welk liedje is dat, Adèle?
> Mondriaan: Wil je het horen? Ik zal het voor je zingen.
Mondriaan kucht en begint:
> Lammetje, lammetje, lammetje, spring toch in mijn pannetje. Lammetje lief, lammetje klein, wat zal jij gebakken lekker zijn!
> Escher: Wat?? Dat is toch geen lief liedje? Je zegt dat je het arme diertje gaat opeten. Nou, dat vind ik een heel vreemd kinderliedje, Adèle.
> Mondriaan: ja, misschien wel, he? Mijn dochtertje moest ook altijd huilen. Maar ik dacht altijd, het liedje van het haasje was ook heel triest dus de tekst van ‘lammetje ’is ook zo.
> Escher: Adèle, het is duidelijk dat je de tekst niet goed kent. Zal ik nu voor jou zingen?
> Mondriaan: Oké, doe maar. Ik ben benieuwd.
> Escher: Lammetje, lammetje, lammetje, kom er eens over mijn dammetje. Lammetje lief, lammetje klein. Wil je wel mijn vriendje zijn?
> Mondriaan: Annelies, dat was heel mooi. En helemaal niet triest. Als ik ooit een kleinkind krijg, zal ik nooit meer over gebakken lammetjes zingen!