Mevrouw Mondriaan is jarig en bereidt een feestje voor..
Mevrouw Mondriaan is een beetje nerveus. Vandaag is zij jarig en zij heeft haar vrienden uitgenodigd voor koffie en taart. Daarna drinken ze wijn en bier en eten bitterballen en haring. Zij staat in haar kamer en telt haar stoelen. Op een Nederlandse verjaardag zitten alle gasten in een kring. Heeft ze wel genoeg stoelen?
Image: Culy.nl
Mevrouw Mondriaan: Even denken, hoor, wie komen er allemaal: De Eschertjes, De Vermeertjes, de Van Rijntjes, de Halsjes, de Kochjes en o, ja Jacob Maris en zijn nieuwe vriendin Sybille. Dat is samen twaalf mensen en Piet en ik natuurlijk. Dus ik heb veertien stoelen nodig.
Ze kijkt haar kamer rond. Er staan acht stoelen in de kamer. Wat nu? Mondriaan denkt diep na: Aha, ik heb nog vier tuinstoelen. Gelukkig. Die kan ik ook gebruiken. Ze gaat onderaan de trap staan en roept naar boven: Piehiet! Kun jij even vier stoelen uit de tuin halen?
Meneer Mondriaan: Hè, ik was net zo’n mooi schilderij aan het maken. Kan het niet wachten?
Sinds meneer Mondriaan met pensioen is, heeft hij een hobby: schilderen. Hij vindt vierkantjes en rechthoekjes schilderen heel leuk. Mevrouw Mondriaan vindt er niets aan maar ze is blij dat hij iets te doen heeft.
Mevrouw Mondriaan: Nee, Piet, het kan niet wachten, de gasten komen al over een half uurtje. Ik moet nog veel dingen doen. Ik heb het heel druk.
Meneer Mondriaan komt mopperend naar beneden met zijn handen en shirt onder de verf: rood, blauw, zwart, geel en wit. Zijn favoriete kleuren.
Mevrouw Mondriaan: Piet!! Was eerst je handen anders komt er verf op de stoelen! En trek alsjeblieft een feestelijk pak aan. Dat met die beige broek en dat paarse jasje. Dat staat je zo goed.
Meneer Mondriaan: Ja, ja, maar ik kan niet alles tegelijk, hoor, Adele.
Hij wast zijn handen, loopt naar de tuin, stapelt de vier tuinstoelen op elkaar en neemt ze mee naar binnen.
Meneer Mondriaan: Waar moeten ze staan?
Mevrouw Mondriaan zucht en denkt: Mannen! Die kunnen ook nooit iets zelf bedenken.
Mevrouw Mondriaan: In de kamer natuurlijk, Piet, waar anders. Zet alle stoelen maar in een kring.
Mevrouw Mondriaan gaat naar de keuken en bereidt alles voor terwijl haar man de stoelen in de kamer zet. Dan gaan ze samen naar boven en kleden zich feestelijk aan. Mevrouw Mondriaan heeft pareloorbellen voor haar verjaardag gekregen van haar man. Die draagt ze nu. Ze zijn beiden net klaar als de bel gaat.
Mevrouw Mondriaan loopt naar beneden en doet de deur open voor haar eerste gasten: de Vermeertjes.
Mevrouw Mondriaan: Wat leuk dat jullie er zijn. Jullie zijn de eersten. Kom binnen.
Mevrouw en meneer Vermeer komen binnen en geven mevrouw Mondriaan drie kussen en een doos sigaren. Mevrouw Mondriaan is dol op sigaren.
Mevrouw Vermeer: Gefeliciteerd, Adèle! Wat zie je er mooi uit! En wat een schitterende oorbellen.
Mevrouw Mondriaan: Dank je wel, Catharina. Ja, ik heb deze oorbellen van Piet gekregen. Ik ben er heel blij mee.
Meneer Vermeer: Adèle, je bent dan wel jarig maar je bent geen dag ouder geworden maar jaren jonger. Je ziet eruit als een jong meisje.
Mevrouw Mondriaan bloost. Mevrouw Mondriaan: Nou, Johannes, gekkerd. Ik ben al heel oud, hoor.
Meneer Vermeer: Ik zou willen dat ik kon schilderen dan zou ik een prachtig portret van je maken en dan noemde ik het: meisje met de parel.
Mevrouw Vermeer knipoogt naar mevrouw Mondriaan en zegt: Nu weet je, Adèle, waarom ik zo verliefd op hem geworden ben, hij is een echte charmeur en gelukkig is hij in al die jaren niets veranderd.
Mevrouw Mondriaan wordt verlegen van het compliment van meneer Vermeer en ze denkt: ik hoop dat de andere gasten snel komen. Ik weet niet wat ik moet zeggen.
Gelukkig! Daar gaat de bel. De andere gasten arriveren.