Mevrouw Mondriaan staat in de keuken en zet koffie als de deurbel gaat. Snel loopt ze naar de deur….
Mondriaan: Ha, Annelies! Kom binnen, de koffie staat al klaar.
Mevrouw Escher hangt haar jas aan de kapstok en loopt achter mevrouw Mondriaan de kamer in.
Mondriaan: Ga lekker zitten, ik haal even de koffie. Wil je er een koekje bij? Mijn Piet heeft weer koekjes gebakken. Dat doet hij heel goed.
Mevrouw Escher: Ja, lekker! En waarom heb je me vanmorgen zo vroeg gebeld? Wat is er aan de hand?
Mevrouw Mondriaan: Wacht even, Annelies. Eerst de koffie en de koekjes.
Ze loopt naar de keuken, schenkt de koffie in, legt de koekjes op een schoteltje en komt de kamer weer in.
Mondriaan: Zo, nou, ik heb groot nieuws!
Ze neemt een slokje van haar koffie en knabbelt aan haar koekje.
Mevrouw Escher: Kom op, Adèle, laat me niet zo in spanning wachten. Wat wilde je me vertellen?
Mondriaan: Je weet dat Piet sinds zijn pensioen schildert.
Escher: Ja, dat weet ik. Hij houdt van vierkantjes en balkjes, toch? Beetje rare schilderijen, vind ik.
Mondriaan: Ja, Annelies, ik ben het helemaal met je eens. Maar: hij heeft een van zijn schilderijen verkocht!
Escher: Wat??? Serieus?? Nou, gelukkig zijn er dus ook mensen die ze mooi vinden.
Mevrouw Mondriaan en mevrouw Escher moeten lachen.
Mondriaan: Ja, en niet alleen dat maar hij heeft er ook veel geld voor gekregen. Veel meer dan voor de andere.
Escher: O, ja? Dat is fantastisch! Mag ik vragen hoeveel hij heeft gekregen?
Mondriaan: Natuurlijk mag dat. Hij heeft € 3.100 verdiend!
Escher: Zoveel?!
Mondriaan: Ik ben wel trots op mijn Piet.
Escher: En welk schilderij is het?
Mondriaan: Dat gekke schilderij met die vlakjes en plakkertjes, je weet wel, ‘Bunga Bunga Freedom’.
Escher: O, ja, dat is een heel gek schilderij. Ze glimlacht.
Mondriaan: Ik heb je niet alleen daarvoor gebeld, Annelies. Mijn Piet heeft gezegd dat ik met jou samen een weekendje naar De Hoge Veluwe mag gaan. Wat vind je ervan? Heb je zin om met mij mee te gaan? Ik kan vanmiddag al een hotel boeken en dan kunnen we morgen gaan.
Escher: O, Adèle, wat aardig van Piet! Het lijkt me geweldig om daar naartoe te gaan. Nou, ik drink mijn koffie snel op en ga mijn koffers pakken.