Laan van Nieuw Oost-Indië 275, The Hague, The Netherlands +31(0)70 365 46 77

Het Oesterrestaurant

Droge Dialogen, door Petra Hisgen

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Mevrouw Mondriaan, mevrouw Escher en mevrouw Steen gaan uit eten in het Oesterrestaurant

Mevrouw Mondriaan staat net in haar kledingkast te kijken wat ze wil aantrekken als de bel gaat.

‘Ha, de meisjes!’, denkt ze. Ze loopt de snel de trap af maar omdat het licht in de gang niet werkt, valt ze bijna.

‘Hè, waarom heeft Piet nog steeds de lamp niet gerepareerd. Hij had nog zo beloofd dat te doen voordat hij een weekendje wegging’, moppert ze.

Gelukkig valt ze niet. Voor de deur staan haar beste vriendin Annelies en Margriet, de vrouw van Jan Steen.

Mevrouw Mondriaan: ‘Ha, meiden! Kom snel binnen, ik ben bijna klaar. Wat zien jullie er mooi uit! Misschien kunnen jullie me helpen en me vertellen wat ik moet aantrekken vanavond voor ons etentje.’

Mevrouw Escher: ‘Natuurlijk helpen we je! ‘

Mevrouw Mondriaan, Escher en Steen gaan naar boven.

Mevrouw Steen: ‘Wat is het donker op de trap. Werkt de lamp niet? Je kunt heel makkelijk vallen.’

Mevrouw Mondriaan: ‘Inderdaad. Ik ben een beetje boos op Piet. Hij had beloofd de lamp te repareren. Mannen! Wat moet je ermee?’

Ze zucht. Annelies lacht en zegt: ‘Ja, ja, dat herkennen we.’

En Margiet die wel eens een boek leest, zegt: ‘Alles went behalve een vent.’

Mevrouw Mondriaan: ‘Zo, dames. Welke jurk zal ik aantrekken vanavond? Die paarse of die groene? Wat denken jullie?’

Mevrouw Escher: ‘Nou, Adèle, ik zou die paarse doen. Wat denk jij Margriet?’

Mevrouw Steen: ‘Eerlijk gezegd, zou ik die groene nemen.’

Mevrouw Mondriaan: ‘Ja, lekker! Zo helpen jullie helemaal niet. Maar goed, ik zal dan zelf een beslissing nemen: die zwarte dan maar.’

Ze lachen alle drie. Nu is iedereen klaar om naar het restaurant te gaan.

Mevrouw Escher: ‘Gaan we naar het Oesterrestaurant? Dat was toch de bedoeling?’

Mevrouw Mondriaan: ‘Ja, ik heb al gereserveerd. Ik verheug me erop om met alleen jullie te gaan. Die mannen zijn wel leuk maar ik ben blij dat Piet een weekendje met Maurits en Jan is gaan vissen. Even rust.’

Alle drie de vrouwen lachen. Escher: ‘Ja, het is lekker rustig. Wat vind jij, Margriet?’

Mevrouw Steen: ‘Heerlijk rustig! Moeten jullie horen:  Jan heeft een nieuwe hobby, dezelfde als die van Piet: schilderen! Overal liggen kwasten en verf in de kamer. Waarom heeft hij niet een schone hobby zoals postzegels verzamelen? Pff…ja, ja, Adèle: wat moeten we toch met die mannen?’

Mevrouw Escher: ‘Kom, dames, laten we gaan anders zijn we te laat.’

De drie dames springen op hun fiets en gaan snel als de wind naar het Oesterrestaurant. Ze hebben een mooi tafeltje bij het raam. Ze gaan zitten en bestellen eerst een glas witte wijn en daarna voor ieder een grote portie oesters.

Mevrouw Steen: ‘Zeg, Annelies, als ik je zo zie, de manier waarop jij die oesters eet, is het duidelijk dat jij echt dol op oesters bent, hè?’

Mevrouw Escher: ‘Jazeker! Oesters zijn voor mij de lekkerste zeevruchten. Ik kan er wel kilo’s van eten.’

Mevrouw Steen die ooit een cursus kunstgeschiedenis heeft gedaan, glimlacht en zegt: ‘Dan weet ik nu al hoe Jan je zou noemen: het oestereetstertje!’

Mevrouw Escher wordt rood, want ze weet heel goed dat het kleine schilderij in het Mauritshuis geen portret is een vrouw die oesters eet…. Na een korte stilte lachen ze alle drie en proosten op hun vriendschap.

oesters (1)