Door Petra Hisgen (Direct Dutch Institute)
Mevrouw Escher doet boodschappen bij de supermarkt als haar telefoon gaat.
Mevrouw Escher: Hé Adèle, kan ik je later terugbellen want ik sta bij de kassa en ik moet betalen.
Mevrouw Mondriaan: Oké, doe ik! Ik heb een heel raar verhaal. Tot later.
Mevrouw Escher fietst snel als de bliksem naar huis. Zij is erg nieuwsgierig naar wat mevrouw Mondriaan haar wil vertellen. Een raar verhaal, denkt ze, tsjonge, ik hoor niet vaak rare verhalen van Adèle. Meestal gebeuren er rare dingen in mijn leven. Ik ben benieuwd. Ze haalt haar boodschappen uit haar tas en zet alles in de ijskast. Zo, nu zal ik Adèle bellen. Even zitten. Ze gaat in haar schommelstoel zitten en belt mevrouw Mondriaan.
Mevrouw Escher: Ha, Adèle, met mij. Nou vertel!
Mevrouw Mondriaan: Zit je goed?
Mevrouw Escher: Ja, ik zit.
Mevrouw Mondriaan: Nou, daar gaat ie. Je weet dat ik op dit moment een schildercursus doe.
Mevrouw Escher: Inderdaad dat weet ik. Die doe je toch samen met Piet?
Mevrouw Mondriaan: Nee, joh. Schilderen was eerst zijn hobby maar nu niet meer. Hij volgt nu een cursus Ikebana.
Mevrouw Escher: Wat?? Echt? Tja, niets veranderlijker dan jouw Piet. Zolang hij er maar plezier in heeft, zeg ik altijd maar. Wat is nou jouw verhaal, ik brand van nieuwsgierigheid. Vooruit met de geit!
Mevrouw Mondriaan: Goed, nu er was een nieuwe cursist gekomen, een man. Eerst waren we namelijk alleen met vrouwen. Best gezellig trouwens.
Mevrouw Escher: Dat is natuurlijk wel gezellig maar soms brengt een man wat leven in de brouwerij. Volgens mij heb je weleens over die man gesproken. Hij is toch pas twee keer geweest? Heet hij niet Jan Bose?
Mevrouw Mondriaan: Precies! Hij dus. Wat een nare vent.
Mevrouw Escher: Wat heeft hij gedaan dat je zo boos op hem bent? Heeft hij jouw schilderspullen gestolen?
Mevrouw Mondriaan moet lachen: Wat dat maar zo. Nee, ik zal je precies uit de doeken doen wat er gebeurd is. Vorige keer bleef ik nog een beetje langer na de les. De docent was naar de wc en ik was alleen met Jan. We praten wat over koetjes en kalfjes. Tot zover ging alles goed. Opeens komt hij dicht bij mij staan en vraagt: Adèle, mag ik je kussen?.
Mevrouw Escher: Nee, toch!!!
Mevrouw Mondriaan: Jawel. Je begrijpt dat ik geschokt was. Dit had ik niet zien aankomen. Uiteraard zei ik nee. Vraagt die gek: ah, Adèle, één klein kusje dan?
Mevrouw Escher: Dat meen je niet! Is die vent gek geworden? Wat deed je toen?
Mevrouw Mondriaan: Ik heb hem een flinke draai om zijn oren gegeven. Hij schrok zich een hoedje. Hij werd helemaal rood en rende het leslokaal uit.
Mevrouw Escher: Goed gedaan! Ik ben trots op je. Wat een brutaliteit, hoe durft hij. Zeg, luister eens, ik heb net een goede witte wijn gekocht, waarom kom je niet naar mij en toosten we op de goede afloop?
Mevrouw Mondriaan: Uitstekend idee! Ik zie je over tien minuten. Tot zo!