Mevrouw Mondriaan heeft vandaag een rustig dagje. Ze is van plan helemaal niets te doen want ze voelt zich niet zo goed. Gisterenavond was ze namelijk met haar vriendinnen, mevrouw Escher en mevrouw Rietveld, naar het Nederlands Danstheater gegaan. Het was een fantastisch ballet. Ze hebben ervan genoten. Het probleem is dat ze samen nog wat zijn gaan drinken met een paar dansers. ‘Het was wel heel gezellig’, denkt mevrouw Mondriaan, ‘maar die vier laatste whisky’s had ik niet moeten nemen, en nu zit ik met de gebakken peren’. Ze heeft een kater. Dus ze besluit lekker voor de televisie te gaan zitten met een kopje thee.
Plotseling schrikt ze op. Beng!! De voordeur wordt hard dichtgeslagen en ze hoort een donderende klap op de vloer. Haar man Piet komt met zijn goede vriend, Gerrit Rietveld, binnen. Ze zijn van plan om op de zolder een houten stoel te gaan maken.
Meneer Mondriaan: Zo, Gerrit, laten we die houten planken maar even in de gang leggen, dan nemen we eerst een kopje koffie en kunnen we ze later naar boven brengen.
Meneer Rietveld: Goed idee. Ik lust wel een bakje troost voordat we beginnen. Â Zeg, heeft jouw vrouw ook een kater?
Meneer Mondriaan: Ach, ja, die meiden! Adèle lag nog in bed toen ik naar de Gamma ging.
Meneer Rietveld: Vrouwgien ook. Ik zei nog tegen haar: Het is goed dat je een verpleegster bent, dan weet je tenminste wat je moet doen tegen een kater.
Beide mannen moeten hard lachen.
Mevrouw Mondriaan roept geërgerd vanuit de zitkamer: Ik kan jullie horen, hoor! Kunnen jullie misschien wat zachter praten en niet zo met die planken smijten? Ik heb hoofdpijn.
Meneer Mondriaan: Ja, lieve, dat komt ervan als je te veel drinkt. Eigen schuld, dikke bult.
Meneer Rietveld grinnikt: Hmm, ik denk niet dat ik dat tegen Vrouwgien had kunnen zeggen. Dan was ik nu dood geweest.
Meneer Mondriaan: Nou, Adèle is niet zo, hoor. Ze houdt wel van een plagerijtje. Gelukkig maar!
Maar meneer Mondriaan heeft te vroeg gejuicht.
Mevrouw Mondriaan stormt de kamer uit met een kwaad gezicht, gaat voor de verschrikte mannen staan en zegt: Wat krijgen we nou!? Piet, ben je helemaal gek geworden om tegen mij te zeggen, eigen schuld, dikke bult!
Meneer Mondriaan: O jee, lieve, rustig maar. Het was alleen maar een grapje.
Mevrouw Mondriaan briest: Wat!? Grapje, grapje!? Ik zal je met je grapje.
Ze is nu echt kwaad. De twee mannen staan een beetje verlegen naar haar te luisteren.
Maar als ze dat ziet, moet ze toch een beetje lachen en zegt: Piet, ik zou je uit het raam willen gooien!
Meneer Mondriaan is opgelucht dat zijn vrouw niet meer zo boos is.
Meneer Mondriaan: Als je me hier uit het raam wil gooien, lieve, vind ik dat niet zo’n probleem.
Meneer Rietveld verbaasd: Hoezo, niet, Piet?
Mevrouw Mondriaan en meneer Mondriaan tegelijkertijd: O Gerrit, we zijn immers op de parterre!