Het is heel koud en het sneeuwt. Mevrouw Escher heeft een lekker kopje hete chocolademelk gemaakt. Dat helpt goed tegen de kou. Ze gaat lekker op haar comfortabele bank zitten. En dan gaat de telefoon. Het is haar beste vriendin mevrouw Mondriaan.
Mevrouw Escher: Hoi, Adèle, wat leuk dat je belt.
Mevrouw Mondriaan: Ha, Annelies, luister eens ik heb een nieuwtje.
Mevrouw Escher: O, wat dan? Ben je zwanger?
Mevrouw Mondriaan: Ha, ha, dat denk ik niet! Daar ben ik veel te oud voor. Ik moet er niet aan denken om nu een baby te hebben. Nee, Annelies, ik ben niet zwanger.
Mevrouw Escher en mevrouw Mondriaan moeten lachen.
Mevrouw Escher: Oké, dus je bent niet zwanger, wat voor nieuws heb je dan?
Mevrouw Mondriaan: Weet je nog dat de Tooropjes die oom van Jan tijdelijk in huis hebben genomen omdat hij zo ziek was?
Mevrouw Escher: O ja, dat was ik vergeten. Heet hij niet Geert?
Mevrouw Mondriaan: Ja, precies!
Mevrouw Escher: Wat is het probleem?
Mevrouw Mondriaan: Nou, Geert is niet ziek meer, maar hij weigert om naar zijn eigen huis terug te gaan.
Mevrouw Escher: Wat?! Hij wil niet meer weg?! O jeetje, dat is vreselijk!
Mevrouw Mondriaan: Ja, dat denk ik ook. Hij ligt de hele dag maar op de bank televisie te kijken en chips te eten.
Mevrouw Escher: Allemachtig, wat een drama! Wat gaan ze nu doen?
Mevrouw Mondriaan: Jan gaat Geerts dochter bellen die in Noord-Brabant woont en haar vragen haar vader op te halen.
Mevrouw Escher: Maar waarom is Geert dan niet direct naar zijn dochter gegaan? Of wist ze al hoe haar vader was?
Mevrouw Mondriaan: Nee, joh, ze heeft een paar jaar in Engeland gewoond en nu is ze sinds een paar weken weer in Nederland.
Mevrouw Escher: Aha, dat is waar ook! Dat was ik helemaal vergeten.
Mevrouw Mondriaan: Tja, misschien moet je wat minder witte wijn drinken, dat is beter voor je geheugen!
Mevrouw Escher moet lachen.
Mevrouw Escher: Ja ja, hoor wie het zegt!
Nu schieten ze beiden in de lach.
Mevrouw Escher: Maar alle gekheid op een stokje, het is wel een goed idee dat Jan haar gaat bellen en om hulp vragen. Wanneer belt hij haar?
Mevrouw Mondriaan: Annie vertelde me dat Jan straks gaat bellen.
Mevrouw Escher: Nou, ik ben benieuwd wat er gaat gebeuren. Ik hoop echt dat zijn dochter iets voor Jan en Annie kan betekenen. Wat ben ik blij dat jij en ik dat probleem niet hebben.
Mevrouw Mondriaan: Ja, inderdaad. Zeg, nu ik je toch aan de telefoon heb, zullen we straks ergens een wijntje gaan drinken?
Mevrouw Escher: Uitstekend idee! Waar?
Mevrouw Mondriaan: Wat dacht je van café ‘Bit’?
Mevrouw Escher: Ja, prima. Ze hebben daar zulke lekkere bitterballen. En zien we elkaar daar rond borreltijd?
Mevrouw Mondriaan: Prima tijd, niet te vroeg. Tot straks dan en misschien heb ik dan meer informatie over die vreselijke oom Jan.
Mevrouw Escher: Ik hoop het! Tot later!
Mevrouw Mondriaan: Joe!