Laan van Nieuw Oost-Indië 275, The Hague, The Netherlands +31(0)70 365 46 77

Mevrouw Mondriaan is niet zo blij

Mevrouw Mondriaan is jaloers op haar vrienden die al op vakantie zijn geweest terwijl zij tot december moet wachten. Dan gaat ze met Piet naar Wenen. Dat is natuurlijk heel leuk maar eigenlijk zou ze nu ook op vakantie willen gaan. Somber drinkt ze een glas wijn.

Gelukkig gaat de telefoon! Ze ziet dat het mevrouw Escher is en dat maakt haar toch een beetje blij.

Mevrouw Mondriaan: Ha, Annelies, wat fijn dat je belt.

Mevrouw Escher: Hè? Wat zeg je nou?

Mevrouw Mondriaan: Ik zei: wat fijn dat je belt. Is dat zo gek?

Mevrouw Escher: Nee, dat niet maar je neemt nooit zo de telefoon op. Maar dat betekent natuurlijk niet dat ik niet blij ben dat jij blij bent dat ik bel.

Mevrouw Mondriaan: Ja, ja. Maar goed, vertel, waarom bel je? Dat zal zeker niet zijn omdat je het zo leuk vindt om mijn stem te horen.

Mevrouw Escher: Adèle, hè, wat doe je negatief vandaag. Wat is er aan de hand? Met het verkeerde been uit bed gestapt?

Mevrouw Mondriaan: Nee, Annelies, ik stap altijd met mijn goede been uit bed.

Mevrouw Escher (lachend) : Nou, gelukkig!

Mevrouw Mondriaan: Ik ben vandaag niet zo vrolijk omdat ik eigenlijk op vakantie wil gaan maar ik moet wachten tot december. En dat duurt nog zo lang. Bovendien verveel ik me.

Mevrouw Escher: O, nou, in dat geval zal ik je het vakantieverhaal van Johannes en Catharina vertellen. De Vermeertjes dus.

Mevrouw Mondriaan: Ik wist helemaal niet dat ze op vakantie waren. Maar vertel!

Mevrouw Escher: Je weet dat ze op dit moment niet zo veel geld hebben, dus ze hadden een stacaravan geboekt in Drenthe.

Mevrouw Mondriaan: Wat?! Op een camping?

Mevrouw Escher: Ja, ik weet dat jij daar niet van houdt maar zij vinden het geen probleem. En laat me nou dat verhaal vertellen, Adèle! Ja? Kan dat?

Mevrouw Mondriaan (mompelend): Ja, ja.

Mevrouw Escher: Ze hadden dus een stacaravan gehuurd maar wat een ellende! Toen ze het slaapgedeelte binnenliepen, rook het naar pis.

Mevrouw Mondriaan: Ze wisten zeker dat ze niet de wc binnenliepen? Je weet het maar nooit met een caravan. Die kunnen zo klein zijn.

Mevrouw Escher: Kom op, Adèle, niet zo flauw doen. Natuurlijk waren ze in het slaapgedeelte. Er lagen dekens op het bed die naar pis stonken. En dat niet alleen, er zaten ook hondenharen op de dekens. En je weet dat Johannes allergisch voor honden is.

Mevrouw Mondriaan: O, wat vreselijk! Wat hebben ze toen gedaan?

Mevrouw Escher: Je begrijpt dat ze beiden niet zo blij waren. Ze zijn naar de campingbeheerder gegaan en hebben natuurlijk over die dekens geklaagd.

Mevrouw Mondriaan: Ja, en toen? Kregen ze nieuwe dekens?

Mevrouw Escher: Moet je horen: die campingman werd boos, niet te geloven, hè? En hij zei dat er nooit klachten waren en dat hij niets rook en dat Johannes en Catharina alleen maar problemen zochten.

Mevrouw Mondriaan: Dat is schandalig! Heeft die man aan de dekens geroken? Nou, ja, waarschijnlijk zou hij nooit toegeven dat ze stonken. Wat een nare vent. En toen?

Mevrouw Escher: Toen zijn ze weggegaan en hebben een leuk, goedkoop hotelletje in de buurt gevonden dat nog een kamer vrij had. Eind goed, al goed, niet waar?

Mevrouw Mondriaan: Ach, ja, de Vermeertjes hadden pech maar gelukkig heeft het verhaal een goed einde. En ik ga in december naar een luxe hotel in Wenen, dus in ieder geval zal ik niet zulke problemen hebben. Nu ben ik weer blij. Kom je een glas wijn drinken? Ik heb net een lekker wijntje ingeschonken.

Mevrouw Escher: Ha, nou, dat laat ik me geen twee keer zeggen. Ik kom eraan! Tot zo!