Door Petra Hisgen (Direct Dutch Institute)
Mevrouw Mondriaan kijkt door het raam naar buiten. ‘Hè, bah’, denkt ze, ‘het regent en het stormt. Geen weer om naar buiten te gaan. Laat ik mezelf eens verwennen’. Ze loopt naar de keuken een heerlijk glas warme glühwein te nemen. Vanmorgen was ze vroeg opgestaan om in een grote pan glühwein te maken. Ze vindt dat de herfst en lekkere warme wijn prima samengaan. Ze schenkt een groot glas in en gaat in de warme zitkamer zitten. ‘Laat nu storm en regen maar komen! Ik zit hier prima’.
Op dat moment gaat de telefoon. Haar beste vriendin mevrouw Escher belt.
Mevrouw Mondriaan: Ha, die Annelies! Wat leuk dat je me belt. Ik vind dat altijd zo gezellig.
Mevrouw Escher (geïrriteerd en chagrijnig): Oh, waarom dan wel? Hoezo gezellig dat ik bel?
Mevrouw Mondriaan: Maar, Annelies, wat is er met jou aan de hand?
Mevrouw Escher: Nou, toevallig is er helemaal niets aan de hand, hoor. Waarom vraag je dat?
Mevrouw Mondriaan: Meid, je bent altijd zo vrolijk en gezellig maar nu heb je een stinkhumeur.
Mevrouw Escher (beledigd): Eh, Adèle, ik heb geen stinkhumeur, ik ben heel blij en bovendien hoef ik niet altijd vrolijk te zijn. Of vind je soms van wel?
Mevrouw Mondriaan: Nee, natuurlijk hoeft dat niet, maar ik ken je al langer dan vandaag dus vraag ik je weer: wat is er aan de hand? Je bent mijn beste vriendin, dus als er iets is, dan wil ik je graag helpen, Annelies.
Mevrouw Escher (een beetje vriendelijker): Tja, je hebt eigenlijk wel gelijk. Ik ben uit mijn humeur.
Mevrouw Mondriaan: Aha, zie je wel, wat dat nou zo moeilijk om te zeggen? Vertel op!
Mevrouw Escher (zuchtend): Je weet dat Arthur een nieuwe vriendin heeft, toch?
Mevrouw Mondriaan: Ja, dat klopt. Dus wat is het probleem? Ik dacht dat je juist zo blij met haar was.
Mevrouw Escher: Nee, hoor, ik heb een ontzettende hekel aan haar. Ik kan haar niet uitstaan.
Mevrouw Mondriaan: Ja, maar Arthur woont toch in Berlijn? Dan zie je haar niet vaak, nietwaar?
Mevrouw Escher: Ja, dat mag wel zo zijn maar nu komen ze volgend weekend naar Den Haag. Bah, daar heb ik helemaal geen zin in!
Mevrouw Mondriaan: Ach, als je zoon blij met haar is, dat is het belangrijkste. En kom op, je ziet hen maar een paar keer per jaar. Waarom mag je haar niet?
Mevrouw Escher: Geen idee, het is gewoon een gevoel. En, eigenlijk slaat het helemaal nergens op. Zoals altijd, heb je gelijk, Adèle.
Mevrouw Mondriaan: Precies! Kom naar mij toe, dan zal ik je opvrolijken met een heerlijk glas zelfgemaakte glühwein. En denk maar zo: als Arthur gelukkig is, is dat het belangrijkste.
Mevrouw Escher (weer vrolijk): Ik weet het, dank je wel voor je steun, Adèle. Je bent mijn allerbeste beste vriendin. Even mijn fiets pakken en dan kom ik naar je toe! Tot zo! En niet alles opdrinken, hè?
Mevrouw Mondriaan (lachend): Ik heb vier liter glühwein gemaakt, zoveel kan zelfs ik niet in een uur opdrinken! Tot zo!