Mevrouw Mondriaan zit thuis in haar comfortabele stoel en leest de krant. Ze neemt een slokje van haar wijn als de telefoon gaat. Gelukkig, het is haar beste vriendin mevrouw Escher. Altijd leuk als ze belt, denkt mevrouw Mondriaan.
Mevrouw Mondriaan: Ha die Annelies! Meid, hoe gaat het met je?
Mevrouw Escher: Oh, Adèle, het gaat helemaal niet goed. Ik ben heel erg overstuur.
Mevrouw Mondriaan: Overstuur? Heeft die gekke Maurits van je weer iets doms gedaan?
Mevrouw Escher: Wat bedoel je?
Mevrouw Mondriaan: Nou, vorige week heeft hij toch per ongeluk suiker in de erwtensoep gedaan?
Mevrouw Escher (moet nu een beetje lachen): O, ja, dat was ik al weer helemaal vergeten, het was inderdaad vreselijk. Ik kon de hele pan soep zo weggooien. Zonde!
Mevrouw Mondriaan: Je lacht alweer een beetje, gelukkig. Maar wat is er aan de hand?
Mevrouw Escher: Er is iets vreselijks gebeurd, zo erg dat ik er niet van kan slapen.
Mevrouw Mondriaan: Vooruit, Annelies, houd me niet langer in spanning! Vertel.
Mevrouw Escher (zucht): Mijn fiets is gestolen.
Mevrouw Mondriaan: Wat?! Je elektrische fiets?? Allemachtig, dat is echt vreselijk. Je hebt hem net gekocht. En hij was ook zo duur.
Mevrouw Escher: Nee, joh, niet mijn elektrische fiets, als dat zo was, zou ik helemaal overstuur zijn.
Mevrouw Mondriaan: Heb je dan nog een fiets?
Mevrouw Escher: Ja, ik heb een reservefiets en die gebruik ik voor korte afstanden, voor boodschappen en zo.
Mevrouw Mondriaan: Aha, wist ik niet. Was dat dan ook een dure fiets?
Mevrouw Escher: Nee, dat niet, maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat iemand zomaar je fiets meeneemt. Je komt bij het fietsenrek en er staat niets, helemaal niets.
Mevrouw Mondriaan: Ja, dat kan ik begrijpen, heel vervelend. Maar had je hem niet op slot gezet?
Mevrouw Escher: Natuurlijk!
Mevrouw Mondriaan: Hoe hebben ze dat dan gedaan? Stond hij niet vast aan een beugel?
Mevrouw Escher: Eh, nee.
Mevrouw Mondriaan: Ja, hè, hè, dat is vragen om problemen. Ze kunnen die fiets dan zo oppakken en in een auto zetten. Geen wonder dat je fiets gestolen is.
Mevrouw Escher: Ja, dat weet ik ook wel, je hoeft het er niet in te wrijven, hoor. En dan was het ook nog eens bij Albert Heijn. Stond ik daar met al mijn boodschappen. Gelukkig heeft Maurits me met de auto opgehaald. Wat moet ik nu? Ik heb deze maand al zo veel uitgaven; kerstdiner, kerstcadeautjes, champagne, oliebollen, appelflappen en ga zo maar door.
Mevrouw Mondriaan: Annelies, ik heb goed nieuws voor je.
Mevrouw Escher: Goed nieuws? Ik kan me niet voorstellen wat. Of ben je soms zwanger?
Mevrouw Mondriaan (schiet in de lach): Nou, dat lijkt me niet. Daar ben ik toch een beetje te oud voor. Nee, het goede nieuws is, dat we in de schuur nog een fiets hebben staan die nooit wordt gebruikt. Is die misschien iets voor jou?
Mevrouw Escher: Oh, ja! Dat zou geweldig zijn! Ik voel me al veel beter dankzij jou, Adèle. Wat moeten jullie ervoor hebben?
Mevrouw Mondriaan: Ben je nou helemaal gek geworden? Je kunt die fiets direct komen ophalen. Je hoeft hem natuurlijk niet te betalen. Je bent mijn beste vriendin.
Mevrouw Escher: Dat is zo lief van je. Dan kom ik er nu aan en neem een lekker wijntje voor je mee.
Mevrouw Mondriaan: Ja, die kunnen we samen opdrinken! Tot zo.
Mevrouw Escher: Tot zo!