Mevrouw Mondriaan zit in haar comfortabele stoel en kijkt naar buiten. Brr, het sneeuwt en er is een ijskoude wind. Mevrouw Mondriaan drinkt een lekker kopje warme chocolademelk. ‘Hoe zou het met Annelies gaan’, denkt ze. ‘De Hoge Veluwe zal nu wel prachtig zijn met al die sneeuw’. Op dat moment wordt er aangebeld. ‘Wie is dat nou?’, vraagt mevrouw Mondriaan zich af. ’Ik verwacht geen bezoek en ik heb ook niets online besteld’.
Snel gaat ze naar de deur. En wie staat daar? Mevrouw Escher met wollen muts, dik ski-jack, twee sjaals en wanten.
Mevrouw Mondriaan: Annelies! Wat fijn dat ik je zie. Ik had je helemaal niet verwacht. Kom binnen, meid en doe al die jassen, petten en sjaals maar uit en verwarm je in de zitkamer.
Mevrouw Mondriaan is zo blij om haar beste vriendin te zien dat ze bijna als een klein meisje huppelt.
Mevrouw Escher schiet in de lach: Nou, Adèle, ik zie dat je in ieder geval geen last meer hebt van je enkel, je huppelt als een jong veulentje.
Beide vriendinnen moeten lachen.
Mevrouw Mondriaan: Zal ik even een kopje warme chocolademelk voor je maken?
Mevrouw Escher: Ja, lekker!
Mevrouw Escher loopt de zitkamer binnen en gaat bij de warme houtkachel zitten.
Mevrouw Mondriaan zet de warme chocolademelk op het tafeltje naast mevrouw Escher, en gaat weer zitten.
Mevrouw Mondriaan: Zo, het is zo fijn om je weer te zien. Ik mis je zo. Hoe kom je zo opeens in Den Haag? Je had me niet verteld dat je zou komen.
Mevrouw Escher: Nee, maar ik dacht dat het een leuke verrassing zou zijn.
Mevrouw Mondriaan: Dat is het zeker! Zo, en vertel, hoe gaat het op de Hoge Veluwe? En hoe gaat het met Maurits?
Mevrouw Escher: Met Maurits gaat het wel goed, met de Hoge Veluwe gaat het ook goed, maar met mij niet zo.
Mevrouw Mondriaan: Oh? Wat is er dan aan de hand?
Mevrouw Escher: Weet je, ik mis jou, ik mis Den Haag, ik mis het strand en de duinen. En ik ben toch wel een beetje te oud om boswachter te zijn. Ik heb onderschat hoeveel werk dat is. ’s Avonds lig ik al om acht uur in bed, doodmoe. En de volgende dag weer vroeg op. Ik kan dat niet meer.
Mevrouw Mondriaan: Hmm, dat is inderdaad niet leuk. En ik mis je ook, hoor! Heel veel zelfs. Zit je eraan te denken om terug te komen naar Den Haag?
Mevrouw Escher: Om je waarheid te zeggen: eigenlijk wel. Het was voor een half jaar een leuk experiment maar ik wil toch liever weer terugkomen. Ik heb het al met Maurits besproken en we kwamen tot de conclusie dat we wel een vakantiehuis willen kopen op de Veluwe maar toch in Den Haag blijven wonen.
Mevrouw Mondriaan: Dat is geweldig! Wat een goed nieuws! En je kunt toch ook weer naar je oude huis in Den Haag?
Mevrouw Escher: Ja, dat klopt. Ik ben blij dat we voor de zekerheid ons huis hebben gehouden.
Mevrouw Mondriaan loopt naar de kast en pakt een fles bruine rum: Meid, hier met je kopje, dan doe ik er een beetje rum in om te vieren dat je weer terugkomt.’
Zowel mevrouw Mondriaan als mevrouw Escher moeten een beetje huilen van blijdschap terwijl ze proosten.
Mevrouw Escher: Ach, wat heb ik dit gemist.